De trompet: Het meest populaire koperblaasinstrument!
De trompet is het meest bekende koperblaasinstrument ter wereld. Je komt het op vele plaatsen tegen. In klassieke orkesten, zoals fanfare, harmonie, brassband en symfonieorkest. In de Jazz en Bigband speelt de trompet een hoofdrol. Maar ook in de popmuziek en vooral bij live concerten van bekende artiesten en bands is er vaak een blazerssectie met onder andere een trompet. Maar je komt de trompet ook tegen bij kerkdiensten, de dodenherdenking en andere plechtigheden tegen.
De trompet is een blaasinstrument die tot dezelfde familie behoort als de bugel, bariton en trombone. Er wordt een mondstuk op geplaatst, waar de lippen tegenaan gezet worden, om zo lucht in het instrument te blazen. Daarbij zorgen de trillingen van de lip ervoor dat er geluidsgolven worden geproduceerd. Deze worden vervolgens versterkt door het instrument, zodat het geluid hoorbaar wordt en de typische trompet klank krijgt. Een belangrijk aspect daarbij is het gebruik van ademsteun om goed en hoog te kunnen spelen.
Onderdelen van de trompet
Een trompet is eigenlijk een eenvoudig instrument. De afgelopen tweehonderd jaar is er weinig aan het basisontwerp gewijzigd. Wel is in die periode de techniek en kwaliteit van de instrumenten verbeterd. De trompet is eigenlijk een lange buis met aan het ene eind een uitlopend gedeelte die de beker wordt genoemd. Aan het andere eind wordt het mondstuk geplaatst. De trompetten van voor de negentiende eeuw waren ook niet meer dan dat. Er kunnen kan alleen natuurtonen gespeeld worden. In het geval van de moderne trompet zijn dat: C, G, C2, E2, G2, Bb2, C3, D3, E3, F3, G3, Ab3, Bb3, B3, C4, enzovoort.
Mondstuk
Het mondstuk is ontzettend belangrijk. Het is de plek waar je lippen, die de trillingen maken, het instrument raken en de trillingen overbrengen. Mondstukken zijn er in vele soorten en maten. Het is soms een hele uitdaging om een goed mondstuk te vinden. Wanneer je een trompet koopt, zit daar een min of meer gemiddeld mondstuk bij. Er zijn diepe en ondiepe mondstukken, mondstukken met een dikke en dunne rand, en er is variatie in de grootte van de boring (diameter van het dunne gedeelte).
Ventielen
Om meer alle noten te kunnen spelen zijn er drie ventielen die elke de lucht een stukje omleiden, om daarmee de lengte van het instrument te verlengen en de toon te verlagen. Het eerste ventiel verlaagt de toon een hele noot, het tweede ventiel een halve noot en het derde ventiel verlaagt anderhalve noot. Door deze ventielen te combineren, kan de toon op meerdere manieren verlaagd worden. Onderstaande tabel geeft de mogelijkheden weer. In de derde kolom staat de noot die gespeeld wordt, wanneer er een normale G gespeeld zou worden, als er geen ventielen worden ingedrukt.
Verlaging | Ventielen | Noot met G als natuurtoon |
Halve noot | 2e | F# / Gb |
Hele noot | 1e | F |
Anderhalve noot | 1e+2e (of 3e) | E |
Twee noten | 2e+3e | Eb / D# |
Tweeënhalve noot | 1e+3e | D |
Drie noten | 1e+2e+3e | Db / C# |
Bereik
Het bereik van de trompet is sterk afhankelijk van degene die speelt. De laagste normale noot die gespeeld kan worden is een lage F# onder de lage C. Deze speel je door een lage C te spelen in combinatie met alle drie de ventielen. De meeste trompettisten kunnen vanaf die lage toon twee octaven omhoog naar de G boven op de notenbalk. De wat betere muzikanten kunnen dan nog wel een half octaaf hoger. En de echte hoogblazers kunnen nog wel een half of zelfs heel octaaf hoger. Daarmee komt het bereik op twee tot ongeveer vier octaven.
Pedaaltonen
Bovenstaand bereik is dus gerekend vanaf de genoemde F#. Er kan echter nog lager gespeeld worden op een trompet. Dit wordt ook wel het pedaalregister genoemd. Doordat het ontwerp van de trompet niet op deze lage noten afgestemd is, zijn deze veel lastiger te spelen. Veel trompettisten kunnen ze niet spelen. Of ze klinken niet zuiver. Dat is ook niet zo erg, want je hebt ze in de praktijk eigenlijk nooit nodig. Het is mogelijk om nog anderhalve octaaf lager te spelen in dit pedaalregister. Daarmee zou het totale bereik in theorie op vijfenhalf octaaf kunnen komen. In de praktijk zijn het alleen de echt goede trompettisten die dat bereik daadwerkelijk hebben.
Bruikbaar bereik
Voor een trompettist is het soms een sport zo hoog mogelijk te spelen. Maar er zit een verschil tussen een hoge noot uit je toeter te persen en op een bepaalde hoogte comfortabel en muzikaal te spelen. Uiteindelijk gaat het om mooie muziek maken en niet om een specifieke hoge noot. Bij de echt hoge noten, wordt het geluid er meestal ook niet mooier op. En dat geldt nog sterker bij de genoemde pedaaltonen. Praktisch gezien is het bereik van een trompet tweeënhalf tot drie octaven. Dus vanaf die lage F# tot de G3. En voor de meeste amateurmuzikanten ligt het toppunt vaak een half tot een heel octaaf lager bij de G2 tot C3.
Stemmingen
Trompetten worden in allerlei stemmingen gemaakt. De Bes of Bb trompet is verreweg de bekendste en meest toegepaste. Kom je een trompet tegen, dan is de kans groot dat het een Bb Trompet is. Wanneer op een Bes trompet een C gespeeld wordt, klinkt dat eigenlijk als een Bb, doordat het instrument een toon lager is gestemd. Speelt een gitaar of piano dus een C, dan moet op een Bb trompet een D gespeeld worden, om het geheel te laten stemmen.
Andere stemmingen
Na de Bes trompet is de C trompet de meest populaire. Juist omdat een C trompet hetzelfde kan spelen als in C gestemde instrumenten. Dit is erg handig wanneer je meespeelt met bijvoorbeeld een orgel of piano. Je kunt dan gewoon dezelfde partij spelen, zonder als trompettist te hoeven transponeren. Daarnaast zijn er ook trompetten te krijgen die gestemd zijn Eb, D, E, F, G en A. Deze komen veel minder voor. In sommige muziek zijn partijen specifiek geschreven voor dit soort gestemde instrumenten, maar veel trompettisten die hiermee in aanraking komen, zijn in staat om tijdens het spelen meteen te transponeren en zodoende het stuk gewoon op een Bb of C trompet kunnen spelen.
De piccolo trompet
Een piccolo trompet is een kleine trompet. Door de kortere lengte is de piccolo een octaaf hoger gestemd dan een gewone Bb trompet. Op de meeste piccolo trompetten kan in zowel Bb als A gespeel worden. Dit wordt gedaan door twee mondpijpen bij te leveren, zodat de muzikant zelf kan kiezen. Meestal wordt de piccolo trompet gebruikt om gemakkelijker hoge partijen te spelen. Door de hogere grondtoon van het instrument kost het minder moeite om hoge partijen foutloos te spelen. De piccolo trompet is meestal voorzien van vier ventielen. Naast de gewone drie is er ook een zogenaamd kwartventiel. Hiermee wordt de toon een kwart verlaagd. Door het kwartventiel te combineren met de andere drie ventielen kan er lager worden gespeeld.
Stemmen van een trompet
Als je alleen speelt, hoef je een trompet niet te stemmen. Het instrument stemt zelf altijd, tenzij het niet goed gebouwd is. Maar wanneer er samen met andere instrumenten gespeeld wordt, moeten de instrumenten wel op elkaar afgestemd worden. Op de trompet doe je dat met een uitschuifbare buis in de eerste bocht, gerekend vanaf het mondstuk. Door deze stembuis een stukje uit te trekken, wordt het hele instrument lager gestemd.
Waterkleppen
Door de warme lucht die de trompet ingeblazen wordt, ontstaat er condens in het instrument. Als er teveel vocht in het instrument komt, dan ga je dat horen tijdens het spelen. Om dit water er gemakkelijk en snel uit te krijgen, zitten er één of twee waterkleppen op het instrument. Meestal zit er altijd een waterklep op de stembuis (zie afbeelding). Soms zit er nog een waterklep op het buis van het derde ventiel.